Slijtvast beton vervangt ‘dakpannen’ uit opgelaste platen
Een testproject in de gloeiend hete conus van een schachtoven IJssel Technologie (IJT) is een technische onderneming gespecialiseerd in verbetering van industriële productieprocessen. Een van de projecten van IJT is het onderhoud aan de schachtoven van Nedmag Industries in Veendam. Aan het einde van het productieproces komt magnesiumoxide met een temperatuur van 550º C uit de oven in de conus van de oven en daarna via een produktkoeler in de voorraadbunker.
Om de conus van de oven te beschermen tegen slijtage wilde IJT eens een nieuwe bekleding proberen: Kalcret. We spreken de verantwoordelijke voor dit project, Albert C. Antema.
Kunt u iets meer vertellen over het productieproces?
“Zeker, Nedmag maakt een grondstof voor de vuurvaste stenenindustrie: dead burned magnesium ofwel magne-siumoxide. De grondstoffen hiervoor zijn magnesium-pekel, dat ter plekke gewonnen wordt uit de Groningse aardbodem, en een magnesium houdende kalk, z.g.n. dolime uit België.
Met deze grondstoffen worden in een chemisch proces magnesiumhydroxide gemaakt. Deze magnesium hydroxide wordt ontwaterd en daarna gedroogd in een calcineeroven, waar het als magnesiumoxide uitkomt. Vervolgens tot briketten geperst. Die zien er uit als duiveneitjes. Deze briketten worden in een schachtoven op 2000° C gesinterd in een continu proces.
Om het uit de oven te halen, schuift een watergekoelde trek- en duwbalk het product van een tafel in de conus. Vergelijkbaar met die machines op de kermis, die muntjes van de tafel duwen. Over dat laatste stuk van het proces hebben we het hier.”
‘Door de valhoogte vanaf de tafel van het hete slijtend product slijt die conus zeer snel’
Wat was het probleem?
“De hete, versinterde magnesiumoxide briketjes (lijkt op kiezelgrind) vallen in de conus. Door de valhoogte vanaf de tafel van het hete slijtend product slijt die conus zeer snel. Tot nu toe hebben wij de slijtage bestreden met slijtvaste platen van het materiaal Vautid. Aangebracht als “dakpannen”.
Het grote nadeel hiervan is dat die platen op de constructie gelast zijn en uiteindelijk krom gaan trekken en mede daarom toch ook slijten. Een enkele keer breekt een “dakpan”los en blokkeert dan de uitstroomopening van de conus.
Ook moesten wij ieder half jaar een aantal vervangen. Een heel vervelend karwei, omdat je werkt in een conus die toeloopt tot 500x700mm, je geen stahoogte hebt omdat ook nog die tafel boven je hoofd zit. Je hebt er totaal geen armslag. Wij wilden het eens met een materiaal proberen dat makkelijker aan te brengen is. En niet los kan laten. Zoals slijtvast cementbeton: Kalcret.”
Wat is er gebeurd?
“Wij hebben eerst naar de specificaties gekeken. Kalcret is slijtvast en bestand tegen temperaturen tot 1200º C dus dat hoeft geen probleem te zijn. Verder is het eenvoudiger aan te brengen en eventueel ook weer eenvoudiger te herstellen. Het was natuurlijk niet alleen onze beslissing, maar samen met de installatie beheerder van Nedmag werd besloten om het met één van de twee ovens te proberen.”
Hoe liep het project?
“Onze eigen mensen hebben eerst alle oude “dakpannen” verwijderd en ook de conus schoongemaakt. Dat was nog een flinke klus want die platen hingen dakpansgewijs in vast gelaste haken. Toen we klaar waren, bleek die conuswand er toch een stuk slechter uit te zien dan wij gedacht hadden. Dus hebben we eerst Wivé gevraagd nog eens te komen kijken. Met de vraag: “Kunnen jullie hiermee nog uit de voeten voor de opgegeven prijs?” Dat bleek het geval.
Het werk is onder supervisie van Wivé uitgevoerd door Kalenborn. Zij hebben eerst een bewapening gemonteerd van strekmetaal – een soort flexibel rooster met ruitvormige openingen. Dat werd op de conuswand gelast en daarop werd Kalcret aangebracht, met de troffel, gewoon goed doordrukken en vlak strijken.
Minder ingewikkeld dan de “dakpannen”constructie dus?
“Zeker. Een stuk makkelijker. Na het aanbrengen van het Kalcret is de bovenkant nog afgewerkt met een metalen strip, dat was niet echt nodig, want dat zit 30 cm hoger dan waar het materiaal op valt. Maar het ziet er wel netjes uit.”
‘Ik hoop toch wel dat wij daar nu de eerste twee jaar helemaal geen werk aan hebben’
En nu?
“Tja, nu maar afwachten hoe het zich houdt. Ik hoop toch wel dat wij daar nu de eerste twee jaar helemaal geen werk aan hebben. Dan wordt het ook economisch interessant. Deze oven gaat binnenkort weer in productie en volgens planning is over een half jaar de volgende stop.
Dan zullen wij zien hoe het zich houdt en of we iets moeten herstellen. Eventueel slijpen we er een stuk uit en druk je er nieuw materiaal in. Dat schijnt niet zo ingewikkeld te zijn. We zullen zien.”
Mogen we tegen die tijd nog eens komen kijken?
“Zeker. Al is de kans groot dat die Kalcret bekleedde conus het hier langer uithoudt dan ik. Ik ga volgend jaar namelijk met pensioen.”
Wivé helpt bij standtijdverbetering